MUD-palen | Mijnenuitkijkdienst | MUD | 1949-1974
Mijnenuitkijkdienst
MUD-paal Kruiningen (Z) met pelorus. Foto S. van Lochem
De Mijnenuitkijkdienst (MUD) is opgericht in 1949 als onderdeel van de Koninklijke Marine. Dienstplichtige mijnenwachters van de MUD keken bij haveningangen en langs grote waterwegen aan de kust uit naar de waterzuil (minesplash) van in het water gedropte mijnen.
De MUD zette een systeem van circa 245 uitkijkposten op langs vier belangrijke waterwegen: Westerschelde, Maas/Nieuwe Waterweg, Noordzeekanaal/ IJmuiden en Schulpengat/Den Helder/Texel.
Mijnenwachters in actie op Fort Erfprins in Den Helder. Foto NIMH
Kaart MUD afdeling Westerschelde. Nationaal Archief
MUD-palen
Peiltoestel (pelorus) op MUD-paal. Foto S. van Lochem
De uitkijkposten stonden 800 tot 1500 meter uit elkaar, grotendeels op de wal (waluitkijkposten of WUP’s) en deels op vaartuigen daar waar de afstand tussen de oevers te groot was (scheepsuitkijkposten of SUP’s).
De mijnenwachters op de waluitkijkposten (WUP's) keken uit over het water vanaf een hoger punt op een dijk of duintop. De post bestond uit een in de grond verankerde betonnen paal, de pelorusopstand, in de volksmond MUD-palen genoemd. Op deze palen zetten ze een richtinstrument, een pelorus. Hiermee peilden ze de richting van de opspattende waterzuilen van een zeemijn die (door een vijandelijk vliegtuig) in het water geworpen werd. Via een veldtelefoon gaven ze de waarnemingen door aan een verzamelpost. Die vijanden kwamen niet, dus uiteindelijk is er alleen af en toe geoefend.
Opleiding tot mijnenwachter
De Mijnenuitkijkdienst werd voornamelijk bemand met dienstplichtigen. Zij kregen helemaal aan het einde van hun opkomst een zesdaagse cursus Mijnenwachter, dat afgesloten werd met een examen. Op het lesrooster stonden onder andere de lessen: telefoonkabel leggen, peilen en plotten op waterzuilen, en vliegtuigherkenning. Daarna gingen ze met groot verlof. Ze konden voor een herhaling nog teruggeroepen worden om bij een oefening mee te doen.
De opleiding vond vanaf 1950 plaats in Hoek van Holland en vanaf 1952 in Vlissingen. In 1957, toen overal de MUD-palen geplaatst waren en het uitkijknetwerk gereed was, verhuisde de opleiding naar Den Helder. Van 1957 tot 1962 was de opleiding van de Mijnenuitkijkdienst gevestigd op Fort Erfprins in Den Helder. Voor de praktijkinstructie 'hoe peil je een afgeworpen zeemijn' werden er twee MUD-palen op het fort geplaatst. De palen werden ook ingezet tijdens oefeningen met de hele MUD-afdeling Schulpengat. Deze MUD-palen staan er nog steeds.
Toen in 1962 op de Mijnenwachtersopleiding verhuisde naar de Mijnendienstkazerne aan de Bassingracht in Den Helder, werd er op het vlakbij gelegen Fort Westoever ook een oefenopstelling voor het peilen geplaatst, bestaande uit twee MUD-palen. Ook deze MUD-palen staan er nog steeds.
Opheffing MUD
Instructie-MUD-paal op Fort Westoever in Den Helder (NH). Foto S. van Lochem
De Mijnenuitkijkdienst werd al snel door de techniek ingehaald. Verbetering van de radar maakte het uitkijken naar vallende mijnen met het menselijk oog halverwege de jaren zestig overbodig.
In 1965 kromp de MUD sterk in, stopte met uitkijken naar mijnen langs de Maas/Nieuwe Waterweg en Noordzeekanaal/IJmuiden en verminderde het aantal uitkijkposten langs de Westerschelde en Schulpengat/Den Helder/Texel.
In 1974 volgde definitieve opheffing van de Mijnenuitkijkdienst.
Restanten 2023
Slechts enkele MUD-palen hebben de tand des tijds overleefd, twaalf langs de Westerschelde en vier in Den Helder. Het zijn onopvallende palen maar met een markante historie.
Zie pagina op de kaart voor de locaties van en informatie over alle nog bestaande MUD-palen. NB. De MUD-paal in de Nieuw Neuzenpolder bij Terneuzen is tijdelijk opgeslagen wegens de werkzaamheden rond de havenuitbreiding.
MUD-paal Terneuzen Scheldeboulevard (Z), met informatiepaneel. Foto S. van Lochem
MUD-opleidingspaal op Fort Erfprins Den Helder (NH). Foto S. van Lochem
Bronnen: Archieven, eigen onderzoek en boekje Het verhaal van een paal 2002.